Je lichaam gebruikt een verscheidenheid aan verbindingen voor energie, waaronder vetten, koolhydraten en eiwitten. Omdat je spieren soms extra energie nodig hebben tijdens zware trainingen, hebben ze kleine voorraden glycogeen, een stof die rijk is aan energie. Vet kan worden omgezet in glycogeen, maar het proces vereist veel stappen.
Wat is glycogen?
Glycogeen is in wezen glucosemoleculen die met elkaar zijn verbonden, waardoor het vergelijkbaar is met zetmeel. Een van de belangrijkste verschillen zit in de manier waarop de glucose met elkaar is verbonden; glycogeen slaat glucose op in veel takken, terwijl zetmeel een lange rij glucosemoleculen is. Glycogeen slaat overtollige glucose op in de lever en in de spieren voor gebruik wanneer de energiebehoeften hoog zijn of wanneer de bloedglucosewaarden laag zijn.
Vet en gluconeogenese
Hoewel vetmoleculen, ook bekend als lipiden, niet kunnen worden omgezet in glycogeen, kunnen ze worden omgezet in glucose. Het proces van het maken van glucosemoleculen uit niet-koolhydraatbronnen wordt gluconeogenese genoemd. Vetten kunnen worden afgebroken om een molecuul te vormen dat bekend staat als glycerol; door een reeks chemische reacties kan glycerol worden omgezet in glucosemoleculen. Gluconeogenese vindt voornamelijk plaats in de lever, hoewel het ook kan worden gedaan door cellen in de dunne darm en nieren.
Glycogeen synthese
Glycogeen wordt ook door de lever gemaakt en wordt meestal gemaakt wanneer de bloedglucosewaarden erg hoog zijn. Glycogeen wordt gesynthetiseerd door meerdere glucosemoleculen chemisch met elkaar te verbinden. Wanneer u een teveel aan glucose in het lichaam heeft, stijgt de hoeveelheid glucose in de lever, waardoor de glycogeensynthese wordt geactiveerd. Glycogeen kan in de lever worden opgeslagen, maar kleine hoeveelheden worden ook naar de skeletspier getransporteerd om hun energiereserves te vergroten.
overwegingen
Hoewel vet kan worden omgezet in glycogeen, zijn de omstandigheden waaronder vet wordt omgezet in glucose en glucose wordt omgezet in glycogeen verschillend. Gluconeogenese komt vaker voor wanneer de bloedglucosewaarden laag zijn, terwijl de synthese van glycogeenmoleculen optreedt wanneer de bloedglucosewaarden hoog zijn. Dus hoewel het theoretisch mogelijk is dat het lichaam delen van vetmoleculen in glycogeen kan veranderen, is het onwaarschijnlijk dat dit in belangrijke mate zal gebeuren.