Kruiden Ginseng bestaat als drie verschillende variëteiten: Oosterse, Amerikaanse en Siberische. Oriental, of panax ginseng, wordt voornamelijk geteeld in China en Korea, waar het wordt geoogst voor zijn wortels. Chinese ginsengwortel wordt op natuurlijke wijze gedroogd en krijgt een witachtige kleur, terwijl Koreaanse ginsengwortel anders wordt behandeld en een roodachtige kleur krijgt, daarom wordt het soms "rode panax" genoemd. De Siberische variëteit is niet echt ginseng, maar eerder een verre neef van de panax-types. Alle ginsengs worden medicinaal gebruikt, meestal in inspanningen om energie op te voeren en vitaliteit te verbeteren. Raadpleeg uw arts voordat u begint met het nemen van nieuwe supplementen.
Geschiedenis
Ginseng wordt al talloze generaties gebruikt, vooral binnen de protocollen van de traditionele Chinese geneeskunde. De naam is ontstaan in China en betekent 'mensenplant', omdat Ginseng-wortel lijkt op de menselijke vorm, zoals geciteerd in 'The Complete Book of Chinese Medicine'. De oude Grieken voegden later het Latijnse voorvoegsel panax toe, dat was afgeleid van het woord panacea, of 'alles genezen'. Beide oude culturen vertrouwden op ginsengwortel om een verscheidenheid aan aandoeningen te verlichten, maar het werd vooral gezien als een tonicum om de vitaliteit te verhogen. Siberische ginseng wordt voornamelijk in Oost-Siberië gekweekt en werd in moderne tijden vooral als marketing bestempeld als ginseng.
Koreaanse Ginseng
Koreaanse ginseng wordt beschouwd als de meest krachtige en populaire variëteit ter wereld, met naar schatting 6 miljoen Amerikaanse gebruikers die het minstens één keer hebben geprobeerd, volgens "The Way of Chinese Herbs". In de traditionele Chinese geneeskunde wordt aangenomen dat rode panax yang-energie stimuleert, wat de bloedsomloop verbetert, de bloedstroom verhoogt, het lichaam revitaliseert en het herstel van zwakte na ziekte bevordert. In Azië wordt regelmatig rode panax ingenomen om de vitaliteit en het uithoudingsvermogen te verhogen, de werkefficiëntie te verbeteren, vermoeidheid te bestrijden, het immuunsysteem te versterken en het libido te verbeteren. In westerse landen wordt het meer sporadisch gebruikt als energiebooster, hoewel een recensie-artikel gepubliceerd in een 2005-editie van "Phytotherapy Research" concludeerde dat kruidenadaptogenen, zoals ginseng, kunnen profiteren van mensen met fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom, depressie en De ziekte van Alzheimer door het verminderen van pijnniveaus, het stimuleren van energie en cognitie en het herstellen van slaapcycli. Koreaanse ginseng wordt na zes jaar geoogst, waarna het met stoom wordt uitgehard alvorens te drogen. Dit proces produceert roodbruine wortels en behoudt de planten actieve verbindingen, ginsenosides genoemd.
Chinese Ginseng
Het belangrijkste verschil tussen Koreaanse en Chinese ginseng is potentie. Chinese ginseng heeft mildere energiebevorderende effecten, dus men denkt dat het beter geschikt is voor jonge kinderen, ouderen en zeer zieken, zoals geciteerd in "Chinese kruidengeneeskunde: Materia Medica." Chinese ginseng wordt voornamelijk geproduceerd in Mantsjoerije en is meestal wit van kleur, omdat de wortels in de zon worden gedroogd. Het droogproces breekt enzymen af, die de potentie van de wortel verminderen. Het wordt vier tot zes jaar gekweekt voordat het wordt geoogst.
Siberische Ginseng
Siberische ginseng, of Eleutherococcus senticosus, is niet echt ginseng, maar eerder een andere soort die is omgedoopt tot ginseng, waarschijnlijk voor marketingdoeleinden en om de verkoop te stimuleren. De Siberische variëteit heeft houtachtige wortels in plaats van vlezige en ze bevatten eleutherosideverbindingen in plaats van ginsenosiden, zoals geciteerd in "Medical Herbalism." Eleutherosiden zijn verschillende soorten adaptogenen, hoewel ze nog steeds energiebevorderende eigenschappen hebben. Siberische ginseng is minder krachtig dan de Aziatische variëteiten, vooral rode panax, en lang niet zo goed bestudeerd.