Er zijn veel soorten gewrichten in het lichaam, waaronder vezelachtige, kraakbeenachtige en synoviale gewrichten. De synoviale gewrichten worden gekenmerkt door de aanwezigheid van synoviale vloeistof in een ruimte die de scharnierende oppervlakken (oppervlakken die elkaar raken) van het gewricht inkapselt. De synoviale capsule vermindert de wrijving tussen de botten waardoor een soepelere beweging mogelijk is. Er zijn zes soorten synoviale gewrichten: glijden, condoloid, zadel, scharnier, kogelgewricht en scharniergewrichten.
Glijdende gewrichten
Glijdende gewrichten zorgen voor een soepele beweging in verschillende richtingen langs een vlak of ander glad oppervlak. De articulatie is als twee platen die over elkaar glijden. Een voorbeeld hiervan zijn de carpale botten van de pols, die een glijdend synoviaal gewricht vormen.
Condyloïde gewrichten
Net als glijdende gewrichten, zijn condyloïde gewrichten enigszins anders in die zin dat ze een onregelmatig oppervlak hebben waar de botten langs elkaar bewegen. Dit type joint is als twee kommen die in elkaar zijn genest. Het radio-carpaal gewricht van de pols is een voorbeeld van een condyloïde synoviaal gewricht.
Zadelverbindingen
Zadelverbindingen worden gekenmerkt door twee botten die op elkaar passen op dezelfde manier als een ruiter in een zadel. Dit soort articulatie maakt buigende beweging in verschillende richtingen mogelijk zonder te schuiven. Het carpaal-metacarpale gewricht van de duim is een voorbeeld van een synoviaal gewricht.
Scharnierverbindingen
Scharniergewrichten, zoals de naam al aangeeft, zijn scharnierende gewrichten gevormd tussen twee botten. Een scharniergewricht zorgt voor stabiele flexie en extensie zonder te schuiven of te afwijken. Het ellebooggewricht tussen de opperarm en ulna is een synoviaal scharnier.
Kogelgewricht
Kogelgewrichten zorgen voor een stabiele beweging in verschillende richtingen zonder slippen. Net als een zadelgewricht, maakt het kogelgewricht het mogelijk om in verschillende richtingen te buigen zonder te slippen, waardoor een zeer stabiele, sterke verbinding ontstaat. Het heupgewricht (femur-acetabulum) is een voorbeeld van een synoviaal gewricht.
Draaikoppelingen
Een scharnier is een scharnier waarin rotatiebeweging plaatsvindt zonder glijdende beweging. Dit type scharnier maakt draaien mogelijk zonder zijwaartse verplaatsing of buiging. Het gewricht tussen de eerste en tweede cervicale wervels (atlas-as) is een scharnierend synoviaal gewricht en zorgt voor het grootste deel van het bewegingsbereik van het hoofd met behoud van de stabiliteit van het hoofd in de nek.