Je handen worden constant blootgesteld tijdens dagelijkse activiteiten, waardoor je vingers gevoelig zijn voor letsel. Malletvinger treedt op wanneer de pees die het laatste gewricht van uw vinger recht maakt, is gescheurd. Deze verwonding, die meestal het gevolg is van een trauma, zoals wanneer de vingertop wordt geraakt door een bal, zorgt ervoor dat de punt van uw vinger hangt. Oefeningen verbeteren de beweging en kracht van uw vinger na dit letsel.
Immobilisatie
Behandeling voor hamervinger vereist een langere periode van immobilisatie van de vingertop. Een spalk wordt meestal ten minste 8 weken fulltime gedragen totdat de pees is genezen, volgens Brigham en Women's Hospital. Gedurende deze tijd worden oefeningen uitgevoerd om de flexibiliteit van de andere gewrichten in uw gewonde vinger en de rest van uw hand te behouden. Deze oefeningen worden meerdere keren per dag uitgevoerd, vaak in sets van 10 herhalingen om stijfheid te voorkomen.
Vroege bewegingsoefeningen
Zodra uw pees voldoende kracht heeft gewonnen en uw arts u toestemming heeft gegeven, begint u uw vingertop te bewegen. Dit gebeurt meestal onder toezicht van een ergotherapeut of fysiotherapeut. Het doel met vroege bewegingsoefeningen is om langzaam het gewonde gewricht te buigen zonder de genezende pees te overstrekken.
Oefeningen blokkeren
Zodra je pees volledig is genezen, kunnen blokkerende oefeningen je vermogen om de punt van je vinger te buigen verbeteren, volgens een beoordeling uit 2012 in "The Open Orthopedics Journal". Bij deze oefeningen moet je de andere gewrichten van de gewonde vinger in een rechte positie houden - waardoor ze niet kunnen buigen - terwijl je probeert je vingertop te buigen. Doorgaans worden blokkeeroefeningen meerdere keren per dag in sets van 10 herhalingen uitgevoerd totdat u de volledige beweging van het gewricht terugkrijgt.
Versterking
Handzwakte is typisch na een hamerblessure. Versterkingsoefeningen beginnen ongeveer 3 maanden nadat het letsel is opgetreden. Grijp- en knijpoefeningen worden uitgevoerd met resistieve stopverf, gesorteerde wasknijpers of andere trainingsapparaten. Versterkende oefeningen worden ook uitgevoerd voor je pols, elleboog en schouder, omdat deze spieren zwak kunnen worden terwijl je vinger geïmmobiliseerd is. Oefeningen worden voortgezet totdat uw functie volledig is hersteld.