Het bewegingsbereik van een gewricht is de hoek waardoor een gewricht van de anatomische positie naar de uiterste limiet van de beweging in een bepaalde richting beweegt. Met een optimaal bewegingsbereik kunt u vrij bewegen zonder pijn of stijfheid en activiteiten uitvoeren en werken zonder verwondingen.
Gezamenlijke articulatie
Gewrichtsarticulatie verwijst naar hoe de botten, pezen, ligamenten en spieren in een gewricht zijn georiënteerd om een bepaald bereik van bewegingen mogelijk te maken. Sommige articulaties bieden slechts één bewegingsbereik, zoals het ellebooggewricht, waarbij alleen de arm kan buigen of strekken. Anderen laten een grote verscheidenheid aan bewegingen toe, zoals het kogelgewricht van de schouder, waar het kan buigen, ontvoeren, adducten en roteren.
Spier- of vetmassa
Extra vet of spiermassa kan het normale bewegingsbereik van een gewricht remmen door zijn bewegingspad fysiek te blokkeren. Een uitstekende buik kan bijvoorbeeld beperken hoe hoog u uw heup kunt buigen en uw knie naar uw ribben kunt trekken.
Lichaamsasymmetrie
Mensen die asymmetrische sporten beoefenen, zoals tennis en honkbal, hebben waarschijnlijk minder bewegingsbereik in de dominante schouder of heup dan de niet-dominante kant, hoewel de dominante kant meer coördinatie, kracht en stabiliteit kan hebben dan de andere kant. Dit geldt ook voor andere dagelijkse activiteiten, zoals vegen, stofzuigen, schrijven en een tas dragen.
Letsel en ziekte
Pijn door een verwonding of ziekte zorgt ervoor dat de spieren in de gewonde site reflexief samentrekken om verdere schade te voorkomen, waardoor het bewegingsbereik van het gewricht wordt beperkt. Dergelijke aandoeningen omvatten artritis, bursitis, kneuzingen, ontwrichting en verstuikingen. Regelmatig bewegingsbereik kan na verloop van tijd worden bereikt met de juiste revalidatie en behandelingen, zoals corrigerende oefeningen, massage, warmtetherapie en acupunctuur.
Uitbreidbaarheid van weefsel
Weefseluitrekbaarheid verwijst naar de elasticiteit en flexibiliteit van de spieren en hun omliggende bindweefsels. Als ze niet worden uitgerekt of regelmatig worden verplaatst, kunnen ze stijf worden en geen rekbaarheid hebben, wat invloed heeft op hoeveel u kunt bewegen.
In de praktische toepassing moet u vóór het sporten opwarmoefeningen doen die uw gewrichten in hun volledige bewegingsbereik bewegen. Voordat je rent, kun je bijvoorbeeld heupschommelingen maken in het sagittale vlak (voor naar achter), frontale vlak (van links naar rechts) en dwarsvlak (rotatie). Deze oefening verhoogt niet alleen uw lichaamstemperatuur om de rekbaarheid van het weefsel te verbeteren, maar beweegt ook het heupgewricht in alle vlakken in beweging om stijfheid te minimaliseren en neurale stimulatie te vergroten.