Bloeddrukniveaus zijn een meting die wordt gebruikt in combinatie met andere tekenen en symptomen om een patiënt te evalueren. In sommige situaties, zoals een ongeluk met een motorvoertuig of als een letsellocatie zich in de buurt van actieve machines bevindt, kunnen de geluidsniveaus hoog genoeg zijn om te interfereren met het meten van de bloeddruk met een stethoscoop. Een alternatieve methode is om de bloeddruk te meten door aanraking of palpatie. Deze methode is niet zo nauwkeurig als auscultatie (met behulp van een stethoscoop om te luisteren naar de pulsgeluiden), maar kan nuttig zijn in noodsituaties.
Stap 1
Wikkel de bloeddrukmanchet stevig (maar niet te strak) rond de bovenarm van de patiënt. Plaats de manchet zodanig dat deze ongeveer 1 inch boven de elleboog is en centreer de blaas (het deel dat zich vult met lucht) over de armslagader.
Stap 2
Lokaliseer de radiale puls op de arm met de bloeddrukmanchet. Draai indien mogelijk de hand van de patiënt zodat de palm naar boven wijst. Plaats drie vingers in het midden van de pols van de patiënt (gebruik uw duim niet). Schuif uw vingers naar de duimzijde van de pols en oefen matige druk uit totdat u de pols voelt kloppen.
Stap 3
Bevestig dat de klep op de manometer gesloten is en begin met het pompen van de bol om de manchet op te blazen. Blijf pompen totdat u geen pols meer voelt, merk op waar de naald op de meter zich bevindt en blaas de manchet nog eens 20 mmHg op (millimeter kwik is de maateenheid op de bloeddrukmeter).
Stap 4
Laat de manchet langzaam leeglopen door de klep te openen en lucht uit de blaas te laten ontsnappen. Let op de aflezing op de meter wanneer u de radiale puls opnieuw kunt voelen. Dit is de systolische druk van de patiënt.
Stap 5
Noteer de meetwaarde, de tijd van de meetwaarde en verwijder de bloeddrukmanchet.
Tip
Waarschuwing
Een duim heeft een pols en kan ertoe leiden dat u uw eigen pols leest in plaats van die van de patiënt.