Tabak roken heeft krachtige effecten op het centrale zenuwstelsel. Sigaretten fungeren als een stimulans van het centrale zenuwstelsel en beïnvloeden de neurotransmitters serotonine, dopamine, noradrenaline, acetylcholine, GABA en anderen. Het belangrijkste ingrediënt in tabaksrook is nicotine, het bestanddeel dat verslaving veroorzaakt. Er zijn ook meer dan 600 gedocumenteerde additieven voor sigaretten in commerciële tabak, en er zijn er 100 gevonden die farmacologische effecten hebben op het lichaam, met name het centrale zenuwstelsel.
Ongerustheid
Roken van sigaretten beïnvloedt de neurotransmitters geassocieerd met angst en de staat van welzijn. Rokers hebben aanzienlijk hogere percentages klinische angst vergeleken met niet-rokers. Dit kan worden verklaard door het effect van tabak op GABA, de neurotransmitter die het meest verantwoordelijk is voor de gezondheidstoestand en een gebrek aan angst. In het septembernummer van "BMC Neuroscience" ontdekte Dr. Tamaki Hayase dat nicotine het angstgerelateerde gedrag en de symptomen aanzienlijk verhoogde, zelfs 2 uur na de laatste blootstelling. In het juni-nummer van het "Journal of Applied Biobehavioral Research" ontdekten Dr. Janet Audrain en zijn medewerkers bovendien dat angst significant gecorreleerd was met de inname van nicotine. De grootste co-factoren in rookgerelateerde angst waren verslaving, wanneer mensen rookten omdat ze een slechte dag hadden, rookten om wakker te worden, en rokers met een laag zelfbeeld.
Depressie
Roken is ook sterk gerelateerd aan depressie. Nicotine en andere tabaksadditieven hebben een directe negatieve invloed op dopamine en serotonine, twee neurotransmitters geassocieerd met depressie en geestelijke gezondheid. Sommige rokers kunnen sigaretten gebruiken om zich beter te voelen, terwijl ontwenning van nicotine zelf de depressie kan veroorzaken. In het januari 2008 nummer van "Nicotine & Tobacco Research, " ontdekten Dr. Michael Lyons en medewerkers dat ernstige depressie significant geassocieerd werd met het huidige dagelijkse roken en het stoppen met nicotine. Sommige van de bijbehorende depressieve symptomen waren nervositeit, rusteloosheid en concentratieproblemen.
kennis
Roken van sigaretten kan ook een ernstige negatieve invloed hebben op cognitieve vaardigheden, vooral bij langdurige rokers. Nicotine beïnvloedt rechtstreeks de neurotransmitters die verband houden met leren, geheugen en cognitie. De honderden additieven in sigaretten hebben ook een negatief effect op de cognitie. Langdurige rokers lopen een bijzonder risico op het ontwikkelen van dementie naarmate ze ouder worden. In het augustus 2007 nummer van "Neuropsychology Review, " ontdekten Dr. Gary Swan en zijn medewerkers dat roken significant geassocieerd was met degeneratie van de hersenzout en cellulaire dood, cognitieve achteruitgang door herhaalde metingen en dementie. In het rapport vonden ze ook dat moeders die roken hun kind een verhoogd risico op neuro-ontwikkelingsstoornissen geven.