Je kunt op twee verschillende manieren een appeltaart maken. Een ervan is het bereiden van een appeltaartvulling en hiervoor moet je eerst de appels koken. De tweede soort begint echter met rauwe appels. De hitte die de taart bakt, bakt de appels. De twee methoden leveren iets verschillende soorten taart op.
Gekookte Appels
Om appeltaart van gekookte appels te maken, kook je de appels en suiker vijf tot zeven minuten in kokend water. Het maakt de appels een beetje malser. Als je wilt dat de appels in je appeltaart uit elkaar vallen, helpt het koken ze eerst dat doel te bereiken. Het water van het koken wordt verdikt met maïzena om de vulling rond de appels in de taart te maken. Over het algemeen is een gekookte appeltaart sappiger en zachter dan een rauwe appeltaart.
Ingeblikte appels
Verse Appels
Misschien is de meest voorkomende manier om appeltaart te maken met verse appels. Schil de appels en snijd ze in plakjes. Kook ze niet. Bewaar ze gewoon in koud water om te voorkomen dat ze bruin worden totdat het tijd is om de taart in elkaar te zetten. Bedek de rauwe appels met suiker en bloem en giet ze in de korst. Bedek de taart met een korst. In de oven vermengen de sappen van de appels zich met de suiker en bloem terwijl de taart bakt. Samen zullen ze dikker worden en de sappige vulling rond de appels in de taart maken.
