Het kauwen van betelnoten is ontstaan in de tropische regio's van Zuid-Azië, maar het heeft zich geleidelijk verspreid naar gemeenschappen in Madagaskar, Oost-Afrika en West-Indië. Quid, of kauwbaar medicijn, gemaakt van betelnoot, bevat meestal een combinatie van betelpalmnoot, betelwijnstokblad, limoen en tabak. Hoewel dit psychoactieve product meestal wordt gebruikt als recreatieve drug, kan het enkele medicinale of therapeutische eigenschappen bieden. Het kauwen van betelnoten is echter in verband gebracht met verschillende ernstige bijwerkingen.
Stimulans
De National Institutes of Health merken de langdurige reputatie van betelnoot als een stimulerend middel op. Gekauwde betelnoot produceert een stimulerende reactie die in lage doses vergelijkbaar is met cafeïne of nicotine. In hoge doses produceert betelnoot cocaïne-achtige effecten, waaronder verhoogde hartslag, hoge bloeddruk, verwijde pupillen, angst, slapeloosheid en hartritmestoornissen.
Euforisch
Betelnoot dankt zijn populariteit als recreatief medicijn aan zijn euforische bijwerkingen. Volgens de NIH melden betelnootsuikers zich gelukkiger, energieker en alerter te voelen bij het gebruik van het product. Sommige gebruikers combineren het kauwen van betelnoten met andere psychoactieve kruiden, zoals ephedra, guarana en tabak.
cholinergic
De NIH meldt dat betel sterk cholinerge is; het verandert krachtig de functie van bepaalde neurotransmitters en verandert de toestand van het centrale zenuwstelsel. Geneesmiddelen in deze klasse produceren talloze bijwerkingen, waaronder overmatig speekselvloed, verhoogde tranen, urine- en fecale incontinentie, zweten, diarree en braken.
teratogene
Betelnoot kan teratogeen zijn of de ontwikkeling van een foetus verstoren. De website met gezondheidsinformatie Drugs.com waarschuwt zwangere vrouwen om niet op betelnoot te kauwen, omdat dit het DNA van een ongeboren baby kan beschadigen en de ontwikkeling ervan kan schaden.
kankerverwekkende
Betelnoot quids, met name die tabak bevatten, veroorzaken kanker. De NIH koppelt regelmatig betelnoot kauwen aan kankers in de mond en slokdarm. Bovendien kunnen verbindingen in betelnoot de groei van lever-, long-, baarmoederhals-, maag-, mond- en prostaatkanker bevorderen.