Psychologie is de studie van gedrag. Gedrag kan zowel door observatie als door psychologische tests worden beoordeeld. Testresultaten bieden een steekproef van de kenmerken of eigenschappen van een persoon. Als zodanig kunnen ze worden gebruikt om toekomstig gedrag te voorspellen. Sommige psychologische tests zijn ook in staat om psychiatrische symptomen aan het licht te brengen. Hoewel de resultaten kunnen wijzen op het bestaan van een psychiatrische aandoening, kunnen op basis van de testresultaten geen definitieve conclusies worden getrokken over diagnoses van de geestelijke gezondheid.
Intelligentietests
Intelligentietests worden gebruikt om het algehele niveau van intellectueel functioneren van een persoon te meten. In zijn boek 'Psychological Testing' stelt psychiater Robert J. Gregory dat, ondanks de uiteenlopende definities van intelligentie, experts het erover eens zijn dat het de capaciteit omvat om van ervaringen te leren en zich aan te passen aan de omgeving. De Stanford-Binet Intelligence Scales is een populaire intelligentietest. Het kan worden toegediend vanaf de leeftijd van 2 tot laat in de volwassenheid en beoordeelt redenering, visueel-ruimtelijke verwerking, kennis en werkgeheugen. Andere veelgebruikte intelligentietests zijn de Wechsler Intelligence Scale for Children-III (WISC-III) en het Cognitive Assessment System (CAS).
Persoonlijkheidstests
Persoonlijkheidstests zijn zelfgerapporteerde inventarissen die worden gebruikt om persoonlijke eigenschappen en gedragingen te beoordelen. De meest gebruikte persoonlijkheidsinventaris is de Minnesota Multiphasic Personality Inventory. De MMPI-2 bestaat uit 567 waar of niet waar vragen en duurt meer dan een uur om te voltooien. Het gaat over verschillende onderwerpen, zoals gezondheidsproblemen, relatieproblemen, middelenmisbruik, zelfrespect, angst, depressie, manische symptomen, wanen en hallucinaties. De MMPI-2-RF is een kortere versie met 338 vragen. De Myers-Briggs Type Indicator (MBTI) is een andere veel voorkomende test die wordt gebruikt om mensen te categoriseren in persoonlijkheidstypes op basis van vier rijken van psychologisch functioneren.
Projectieve tests
Projectief testen is geworteld in de psychoanalytische theorie. Het is gebaseerd op de overtuiging dat iemands wensen, behoeften, motivaties en instincten onbewuste constructen zijn. Om iemands diepste gedachten te onthullen, worden individuen ambigue stimuli getoond en gevraagd om uit te leggen wat ze zien. De dubbelzinnige stimuli die in de Rorschach-test worden gebruikt, zijn bijvoorbeeld 10 symmetrische inktvlekken. De Thematic Apperception Test (TAT) is een andere veelgebruikte projectieve test. Wat uit deze tests wordt geconstrueerd, is vatbaar voor subjectiviteit. Daarom variëren interpretaties doorgaans tussen examinatoren.
Rentevoorraden
Interessevoorraden worden vaak gegeven aan middelbare scholieren en studenten door begeleidingsadviseurs om studenten te helpen bij het identificeren van beroepsvoorkeuren en het bepalen van loopbaantrajecten. Een van de meest gebruikte rentevoorraden is de Strong Interest Inventory (SII). De SII vraagt studenten of ze bepaalde schoolvakken, recreatieve activiteiten en soorten werk leuk vinden of niet. Het beoordeelt ook persoonlijkheidstypes om te bepalen welke van de zes werkomgevingen het beste bij hen past. De zes beroepstypen zijn realistisch, onderzoekend, artistiek, sociaal, ondernemend en conventioneel.