Het strafschopgebied, ook bekend als de 18-yard box, definieert duidelijk waar een keeper op het veld de bal mag hanteren. Een doelman kan zijn vak verlaten wanneer hij maar wil, maar het brengt altijd een risico met zich mee. Weinig coaches, spelers of toeschouwers voelen zich op hun gemak als hun keeper te ver afdwaalt.
Geen behandeling
Zodra een keeper zijn vak verlaat, behandelen de FIFA-spelregels hem als elke andere speler in het veld. Volgens wet 12 heeft de keeper buiten zijn eigen strafschopgebied dezelfde beperkingen op het hanteren van de bal als elke andere speler. Daarom mag hij de bal niet vangen of op enigerlei wijze hanteren buiten de doos. Als hij de bal wel hanteert, heeft hij een fout begaan en krijgt de tegenstander een vrije trap. Als de keeper opzettelijk de bal buiten het gebied hanteert en daarbij een voor de hand liggende scoringskans verhindert, heeft de scheidsrechter weinig anders dan hem een rode kaart te tonen en hem van het veld te sturen.
Defensieve dekking
Doelmannen komen normaal gesproken uit de doos wanneer er geen dreigende dreiging is van een tegenstander. Als een doelman bijvoorbeeld meer afstand wil krijgen op een schopveld, kan hij de bal een paar meter buiten de doos druppelen om het bereik van de schop te vergroten. In druksituaties is een gestrande keeper echter een recept voor een ramp. In dergelijke omstandigheden moeten haar verdedigende teamgenoten weer ondersteuning krijgen. Doorgaans zal ten minste één verdediger naar het lege doel sprinten in een poging de door de doelman achtergelaten ruimte te dekken. Dit is duidelijk niet ideaal, omdat een outfield-speler haar handen niet kan gebruiken om een schot op doel te redden.
Aanvallende opties
Wanneer een keeper uit de doos komt, zullen aanvallende tegenstanders vaak proberen de situatie te verzilveren. Als de keeper de bal aan zijn voeten heeft, kan een tegenstander proberen hem te haasten in een poging een fout af te dwingen of de bal te stelen. Als de keeper langzaam reageert of in paniek raakt, kan er een scoremogelijkheid ontstaan. Als een aanvallende speler in het bezit is van de bal terwijl de keeper buiten de doos is, zijn er twee voor de hand liggende opties beschikbaar. De aanvaller kan de bal lobben over de keeper naar het open doel. Als alternatief kan de aanvaller rond de doelman dribbelen en in de ruimte erachter, waardoor een gemakkelijke scoringskans ontstaat.
Last-minute voorschotten
Wanneer een team één doel achterloopt met nog een minuut of twee op de klok, zal de doelman soms met zijn teamgenoten meegaan in een lastige aanvalssituatie. Dit is normaal gesproken een hoekschop, waarbij de lengte en behendigheid van de keeper nuttig zijn. Er zijn maar weinig keepers die scoren in deze wanhopige situaties, maar hun aanwezigheid kan verwoesting veroorzaken in de verdediging van de oppositie. Het voor de hand liggende nadeel van dergelijke aanvallende uitstapjes is het volledig open doel aan het andere einde van het veld. Als de aanvallende beweging niets oplevert, moet de doelman zo snel mogelijk terug naar zijn vak sprinten.