Je fietstempo wordt op twee verschillende manieren gemeten. U kunt uw snelheid volgen in mijlen per uur, vergelijkbaar met wanneer u uw tempo bewaakt op een loopband; Als u bijvoorbeeld met 4, 0 km / u fietst, fietst u in een tempo van 4 mijl in één uur. U kunt ook uw tempo volgen door middel van revoluties per minuut of RPM, waarmee het aantal pedaalslagen wordt bijgehouden dat u per minuut uitvoert. Een RPM van 60 betekent bijvoorbeeld dat één pedaal 60 keer in één minuut 60 keer ronddraait.
Stap 1
Begin op je hometrainer of racefiets te rijden. Pas de weerstand of versnelling aan op een comfortabel trainingstempo. Fiets vijf minuten om een stabiele toestand te bereiken voordat u uw RPM meet.
Stap 2
Houd uw vaste tempo aan en tel het aantal keren dat uw rechtervoet binnen één minuut de onderkant van de slag bereikt om uw RPM te berekenen. Zoek een RPM tussen 60 en 100.
Stap 3
Verminder uw teltijd en tel het aantal keren dat uw rechtervoet binnen de 15 seconden de onderkant van de slag bereikt. Vermenigvuldig dat aantal met vier om uw RPM te berekenen.
Stap 4
Lees de computermonitor op uw stationaire of indoor fietsen, omdat veel trainingsapparaten de RPM voor u berekenen.
Stap 5
Meet de RPM om overeen te komen met uw trainingsdoelen. Gebruik een RPM van 60 tot 80 wanneer u een hoge weerstand heeft voor een heuvelklim. Vermijd een zware weerstand waardoor u een lager tempo dan 60 RPM gebruikt, omdat dit overmatige knieën op uw knieën veroorzaakt. Gebruik een hoger toerental tussen 80 en 110 voor een vlakke weg of sprintinterval. Vermijd toerentallen van meer dan 110, omdat u misschien geen controle over uw pedaalslag hebt.
Tip
Pas uw RPM aan op basis van uw fitnessniveau. Gebruik als beginner een langzamer tempo en verhoog geleidelijk naarmate je kracht en uithoudingsvermogen verbeteren.
Waarschuwing
Praat met uw arts voordat u met een trainingsprogramma begint.