Glycerol is een koolhydraat dat in het lichaam kan worden gemaakt uit glucose en via het dieet kan worden verkregen als een additief voor levensmiddelen. Het bestaat ook van nature in triglyceriden (TG's) en fosfolipiden (PL's). Glycerol heeft toepassingen in de voedselproductie als zoetstof, verdikkingsmiddel, oplosmiddel en conserveermiddel. Vetzuren, die vetten zijn, kunnen ook in het lichaam worden aangemaakt en via het dieet worden verkregen in TG's en PL's. Vetzuren leveren meer energie per gram en spelen een belangrijkere rol in de menselijke gezondheid dan glycerol.
Triglyceriden en fosfolipiden
In TG's en PL's is glycerol de ruggengraat waaraan vetzuren hechten. De glycerolruggengraat is als een kerstboom met ruimte voor drie ornamenten. Vetzuren zijn net als de verschillende soorten "ornamenten" die aan de glycerol "boom" kunnen hangen. TG's bevatten drie vetzuurornamenten en PL's bevatten twee vetzuren en een fosfaatgroep. De vetzuurornamenten die de glycerolboom van een TG of PL versieren, bepalen de biologische, chemische en fysiologische eigenschappen. In tegenstelling tot vetzuren is er slechts één type glycerol en het heeft minder betekenis voor de eigenschappen van de TG en PL.
Structuur en biologische functie
Glycerol is een eenvoudig drie-koolstof molecuul met een hydroxylgroep op elke koolstof. In tegenstelling tot glycerol zijn vetzuren complexe moleculen die in lengte variëren van vier tot 28 koolstofatomen lang en een of meer dubbele bindingen kunnen bevatten. Een vetzuur met één dubbele binding wordt enkelvoudig onverzadigd genoemd; meer dan één dubbele binding maakt een meervoudig onverzadigd vetzuur. Experts zijn het erover eens dat de aanwezigheid van dubbele bindingen in een vetzuur gevolgen heeft voor de biologische activiteit en impact op de menselijke gezondheid. Er is slechts één glycerolstructuur en deze heeft minder invloed op de menselijke gezondheid dan vetzuren.
Sommige vetzuren zijn essentieel
De meeste vetzuren kunnen in het lichaam worden aangemaakt. Er zijn echter twee essentiële vetzuren - linolzuur en alfa-linoleenzuur - die niet kunnen worden gemaakt en moeten worden verkregen uit de voeding. Goede bronnen van essentiële vetzuren zijn vlas, vis en walnoten.
Biologisch belang
Glycerol kan worden gebruikt als energiebron. In tegenstelling tot glycerol zijn vetzuren belangrijke bronnen van brandstof omdat ze een grote hoeveelheid energie opleveren. Als onderdeel van PL's in het celmembraan is de belangrijkste biologische rol van glycerol het handhaven van de fysieke structuur van een cel. Vetzuren spelen ook een rol bij het handhaven van de celmembraanstructuur, maar spelen een grotere rol bij de functie en signalering van de cel. In tegenstelling tot glycerol veranderen vetzuren de "vloeibaarheid" van celmembranen. Het type vetzuren dat een celmembraan omvat, verandert de beweging van ionen in en uit een cel. Immuniteit, ontsteking en cognitie vertrouwen op vetzuren om te fungeren als signaalmoleculen tussen cellen.