Darm- en blaascomplicaties door een hernia van de lumbale schijf

Inhoudsopgave:

Anonim

De wervelkolom bestaat uit kleine botten die wervels worden genoemd die het ruggenmerg omringen. Tussen elke wervel bevindt zich een kussen dat een schijf wordt genoemd. Na verloop van tijd of trauma kan het geleiachtige midden van de schijf verschuiven en naar buiten lekken door een scheur in de hardere, buitenste laag. Dit wordt een hernia of "hernia" genoemd. De onderste of lumbale gebieden van de wervelkolom zijn een gemeenschappelijk gebied voor hernia. Hoewel pijn het meest voorkomende symptoom van lumbale hernia is, kunnen in zeldzame gevallen complicaties met de blaas en de darm optreden.

Urineretentie

Een L1 / L2-herniatie is een bijzonder veel voorkomend type hernia. Het komt voor op de schijf tussen de eerste en tweede lumbale vertabrae. Een L2 / L3-herniatie treedt op tussen de tweede en derde lumbale wervels. Herniaties waarbij L2 betrokken is, kunnen leiden tot verschillende maar gerelateerde syndromen. Conus medullaris-syndroom is de naam die wordt gegeven aan de verzameling symptomen die optreden wanneer de zenuwvezels aan het uiteinde van het ruggenmerg - de conus medullaris - zijn beschadigd. Cauda equina syndroom treedt op wanneer de zenuwvezels die onder het ruggenmerg hangen - de cauda equina - beschadigd zijn.

Een mogelijke complicatie van beide syndromen is urineretentie, waarbij de blaas verlamd raakt en niet normaal kan legen. Ernstig ongemak in de onderbuik of het bekken en moeite met plassen zijn mogelijke symptomen van urineretentie.

Urine-incontinentie

Een lumbale hernia resulterend in conus medullaris of cauda equina syndroom kan ook leiden tot urine-incontinentie. Dit gebeurt omdat de blaas te vol raakt met urine, maar de spieren in de blaas verlamd zijn en niet kunnen samentrekken om de urine naar buiten te stuwen. De patiënt kan de blaas niet vrijwillig legen, maar urine lekt onvrijwillig uit.

Sfincter dysfunctie

Een sluitspier is gewoon een medische term voor een spierring die het openen en sluiten van lichaamsdoorgangen regelt. De anale sluitspier regelt bijvoorbeeld de uitgang van de ontlasting vanaf het einde van de darm. De urethrale sluitspier regelt de afvoer van urine uit de blaas. Wanneer een lumbale hernia en conus medullaris of cauda equina-schade veroorzaakt, werken deze sluitspieren mogelijk niet goed.

Als de anale sluitspier niet werkt, kan fecale incontinentie optreden. Dit betekent dat de patiënt het vermogen verliest om de doorgang van ontlasting vanuit de darmen te regelen. Als de urethrale sluitspier niet goed werkt, lekt urine uit de blaas. Twee factoren kunnen dus urine-incontinentie veroorzaken met een lumbale hernia.

Is dit een noodgeval?

Als u ernstige medische symptomen ervaart, zoek dan onmiddellijk een noodbehandeling.

Darm- en blaascomplicaties door een hernia van de lumbale schijf