Geblokkeerde bloedvaten of ander hersenletsel kan een beroerte veroorzaken, wat resulteert in eenzijdige verlamming of problemen met spraak, cognitie, slikken en beweging. De rechterkant van de hersenen beïnvloedt de linkerkant van het lichaam en vice versa, dus de locatie en de ernst van de beroerte zullen bepalen waar verlamming kan optreden. Meer dan 700.000 mensen elk jaar in de Verenigde Staten worden getroffen door beroertes, volgens het National Institute of Neurological Disorders and Stroke.
Aerobic oefening
Lichamelijke oefening die een snelle uitwisseling van zuurstof naar spierweefsels aanmoedigt, zoals aerobe oefeningen, wordt aanbevolen voor patiënten met een beroerte, zelfs degenen die een zekere mate van dubbele of eenzijdige verlamming hebben gehad. Het doel is het verbeteren van de sensorische motorische functie en aerobe capaciteit. Loopbanden, steunbanden of een of meer fysiotherapeuten kunnen nodig zijn om de patiënt te helpen staan en in balans te blijven. Leuningen kunnen de patiënt helpen stappen te zetten, afhankelijk van de sterkte van zijn bovenlichaam en de mate van functieverlies.
Fysieke conditie
Evenwicht, coördinatie en stabiliteit zijn de basis voor het starten van een oefenprogramma voor een gedeeltelijk verlamde patiënt, die op zijn beurt het lopen en de mobiliteit verbeteren. Actieve of passieve bewegingsoefeningen helpen te voorkomen dat spieren atrofiëren, ongeacht of het ledemaat weer volledig wordt gebruikt of niet. Fysieke conditie bevorderd door passieve bewegingsvrijheid kan de kracht verbeteren en de patiënt helpen zich aan te passen of te leren zoveel mogelijk gebruik te maken van beschadigde ledematen.
Een passieve bewegingsoefening voor de schouder vereist dat een fysiotherapeut of familielid het ellebooggewricht zachtjes grijpt en ondersteunt voor een schouderrotatie-oefening. Strek de arm van de patiënt iets uit naar de zijkant, hand omlaag bij de heup. Draai de duim van de patiënt voorzichtig zodat de rug van de hand naar voren wijst en de duimzijde zich het dichtst bij het lichaam bevindt. Draai de pols zodat de handpalm naar voren wijst en de duim van het lichaam van de patiënt af wijst.
Beenrotaties
Handhaaf het spierstelsel van het onderlichaam door passieve bewegingsoefeningen uit te voeren voor de onderste ledematen. Eén oefening richt zich op het heupgewricht. Plaats de patiënt op een mat of bed, benen gestrekt recht. Ondersteun het enkel- en kniegewricht, beweeg het rechterbeen naar buiten en vervolgens naar binnen, til het been iets op zodat het over het linkerbeen kan kruisen. Keer terug naar de beginpositie en herhaal met het andere been.