Energiedranken zijn een zeer populair onderdeel van onze cultuur geworden en veel mensen vervangen ze door een ochtend kopje koffie of gebruiken ze als een "pick-up" in de late uren van de middag. Deze dranken bevatten extreem veel cafeïne, een verbinding die directe effecten heeft op de hersenen en op motorische controle. Hoewel cafeïne een aantal gunstige effecten heeft, kunnen de niveaus in energiedranken ook symptomen veroorzaken zoals angst, gespannenheid en moeite met fijne motorische taken zoals schrijven.
Inhoud van energiedranken
Energiedranken bevatten grote hoeveelheden cafeïne samen met kleinere hoeveelheden stimulerende middelen zoals guarana en ginseng. De hoeveelheid cafeïne in energiedranken varieert van 75 tot 200 milligram per portie, en het is belangrijk om te onthouden dat er meerdere porties in elk blikje met de meeste energiedranken zitten.
Energiedranken bevatten aanzienlijk hogere niveaus van cafeïne dan andere frisdranken. Volgens het Centre for Science in the Public Interest bevat Red Bull 80 milligram cafeïne per portie van 8, 3 ounce, terwijl Monster en Rockstar 160 milligram per portie van 16 ounce hebben. Mountain Dew en Pepsi daarentegen bevatten respectievelijk 54 en 38 milligram cafeïne per 12 ounce.
Motorregeling
Cafeïne werkt door receptoren voor adenosine in het centrale zenuwstelsel uit te schakelen. Adenosine is een neurotransmitter die ons helpt in slaap te komen en voorkomt dat we te alert zijn; wanneer cafeïne de receptorplaatsen van adenosine remt, heeft de neurotransmitter geen effect meer en worden we alerter en opgewonden. Volgens het Gatorade Sports Science Institute kan dit motorisch overkomen als tics, motorische trillingen en problemen met fijne motorische controletaken zoals schrijven.
Cafeïne heeft ook effecten op ons perifere zenuwstelsel, dat verwijst naar alle neurologische structuren die zich buiten de hersenen en het ruggenmerg bevinden. Een studie gepubliceerd in The Journal of Physiology toont aan dat cafeïne zelfonderhoud van motoreenheden mogelijk maakt, ook bekend als onwillekeurige spiertrekkingen, die ook de fijne motoriek kunnen beïnvloeden.
Reactietijd
Een studie uitgevoerd in het Aziatische Journal of Sports Medicine toont definitief aan dat cafeïne de reactietijd aanzienlijk vermindert. Volgens de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid doet de hoeveelheid ingenomen cafeïne er echter toe: alleen dranken die ten minste 75 milligram cafeïne per portie bevatten, zorgen voor een verbetering van de reactietijd.
Onderzoek uitgevoerd aan de Universiteit van Colorado Boulder stelt dat er mogelijk meer factoren betrokken zijn bij de relatie tussen cafeïne en reactietijd. Personen met een hoge tolerantie voor cafeïne vertonen mogelijk niet zo veel afname van de reactietijd als degenen die niet regelmatig worden blootgesteld aan cafeïne. Mensen die vermoeid zijn, kunnen ook meer een verbetering van de reactietijd vertonen na het nuttigen van cafeïne in vergelijking met mensen die goed uitgerust en alert zijn.
Reden en logica
Van cafeïne is aangetoond dat het vertraagde terugroepactie, probleemoplossing en logisch redeneren verbetert, vooral bij mensen met veel vermoeidheid. Volgens de International Food Information Council Foundation kan dagelijkse consumptie van 300 milligram cafeïne helpen cognitieve achteruitgang bij veroudering bij vrouwen te voorkomen.
Onderzoek in het Journal of Alzheimer's Disease stelt duidelijk dat hoewel cafeïne een groter effect heeft op de cognitieve functie van vermoeide proefpersonen, het belangrijk is te onthouden dat cafeïne geen directe cognitieve versterker is. Cafeïne veroorzaakt een indirecte verbetering van de cognitie door de alertheid, het humeur en de concentratie te vergroten, en kan als zodanig een verschillende mate van effectiviteit hebben voor personen op basis van hun vermoeidheid.