L-asparaginezuur, vaak gewoon asparaginezuur genoemd, is een aminozuur - de bouwsteen van eiwitten en noodzakelijk voor verschillende andere processen in het lichaam. Je kunt bijvoorbeeld aminozuren verbranden voor energie, ze omzetten in vet en andere moleculen, of ze gebruiken om je eigen cellulaire eiwitten te maken.
Aminozuren
Aminozuren zijn kleine op koolstof gebaseerde moleculen die je cellen nodig hebben voor een aantal doeleinden. Je krijgt ze wanneer je eiwitten eet; enzymen in de maag en in uw dunne darm breken voedingseiwitten af in hun samenstellende aminozuren en u absorbeert ze in de bloedbaan en uiteindelijk in de cellen. Er zijn 20 "normale" aminozuren, plus een paar gemodificeerde aminozuren - waarvan L-asparaginezuur er één is.
L-asparaginezuur
Alle aminozuren hebben drie dezelfde groepen gebonden aan een centrale koolstof: een "COOH" -groep, een "NH3" -groep en een waterstof. Ze hebben ook elk een afzonderlijke zijketen; asparaginezuur is "CH2COOH." De reden voor de "L" voor de naam van asparaginezuur is dat technisch asparaginezuur - zoals de meeste andere aminozuren - asymmetrisch is en in twee spiegelbeeldvormen bestaat. Slechts één vorm, aangeduid met de L, komt echter van nature in eiwitten voor.
Toepassingen
Zoals alle aminozuren kan je lichaam asparaginezuur gebruiken om je cellen van energie te voorzien; de cellen verbranden het om ATP of adenosinetrifosfaat te genereren, wat een cellulaire energievaluta is. Hoewel asparaginezuur nuttig is, is het niet essentieel in het menselijke dieet - je lichaam maakt het van een molecule genaamd oxaloacetaat, die je produceert wanneer je brandstof metaboliseert, ongeacht of de brandstof koolhydraten, eiwitten of vetten is.
Gespecialiseerd gebruik
Er zijn een paar dingen die uw lichaam kan doen met asparaginezuur dat geen andere amino kan uitvoeren. Het stimuleert een neurale receptor genaamd de NMDA-receptor, die een rol speelt in geheugen en cognitie. Je kunt het ook gebruiken om verschillende andere aminozuren te maken, waardoor het nuttig is om aminozuurdeficiënties te voorkomen. Ten slotte speelt het een belangrijke rol bij gluconeogenese, het proces waarbij glucose of suiker wordt aangemaakt wanneer uw voorraad laag is.